Terugblik Dag van Praktijkgericht Onderzoek
‘Maak de ecologische impact van kunstmatige intelligentie bespreekbaar’
In een volgepakt Drijvend Paviljoen op de RDM Campus is Sarah Wilton-Wels in haar openingswoord meteen duidelijk: ‘We hebben nog wat te doen.’ Op de Dag van Praktijkgericht Onderzoek staat de circulaire toekomst centraal. ‘In 2030 moet Nederland voor de helft circulair zijn. In 2050 volledig. Dat is twee keer met je ogen knipperen’, zo gaat de CvB-voorzitter verder. In het behalen van deze doelstellingen speelt praktijkgericht onderzoek een belangrijke rol. Kenniscentrum Creating 010 legt op deze dag het accent op de ecologische impact die technologie maakt en hoe diezelfde technologie kan bijdragen aan het verbeteren ervan.
Bespreekbaar maken ecologische impact AI
‘In onze zoektocht naar een circulaire toekomst visualiseren onze lectoren, onderzoekers en studenten een maatschappij waarin duurzaamheid en hergebruik de kern vormt van ons handelen’, zo stelt Wilton-Wels. Het minimaliseren van onze ecologische voetafdruk hoort daarbij. Onderzoekers van Creating 010, Tiwánee van der Horst en Roland van Dierendonck, onderstrepen dit. Daarvoor is het nodig de ecologische impact van kunstmatige intelligentie bespreekbaar en tastbaar te maken. ‘Een gesprek met ChatGPT kost 500 ml water’, vertelt Van der Horst*. Van Dierendonck vult haar aan: ‘De ecologische impact van AI is een onderbelicht onderwerp. Er worden steeds meer datacenters gebouwd in Nederland en die gebruiken stuk voor stuk ontzettend veel water voor het koelen van de servers. Die centers staan vaak in afgesloten buitengebieden en zijn daardoor voor veel mensen onzichtbaar.’
*Deze hoeveelheid is geschat op basis van beschikbare en geschatte data over het waterverbruik van GPT-3, verwacht wordt dat het waterverbruik voor GPT-4 hoger ligt.
Onderzoeker Tiwánee van der Horst.
Experiment met alg van Tiwánee van der Horst.
Onderzoeker Roland van Dierendonck.
Experiment met tuinkers van Roland van Dierendonck.
Op de expositie zijn experimenten met alg en tuinkers te zien. Tiwánee gebruikt de experimenten als catalogus voor het ontwerp van een object met levende organismes. Dit object moet uiteindelijk de discussie starten over de ecologische impact. ‘We zetten de natuur letterlijk aan tafel’, aldus de onderzoeker.
‘Een gesprek met ChatGPT kost 500 ml water’
Peter Troxler, directeur kenniscentrum Creating 010. Foto: Aad Hoogendoorn.
Foto: Aad Hoogendoorn.
Green software
In een andere ruimte toont Peter Troxler, directeur kenniscentrum Creating 010, in een tabel dat overal ter wereld het energieverbruik van datacenters omhoogschiet de komende jaren. In Ierland is de voorspelling dat in 2026 maar liefst 30% van het totale energieverbruik daarvan afkomstig is. Als mogelijke oplossing noemt Troxler het ontwikkelen van green software. Software die vanuit beginsel de energietransitie serieus neemt en bovendien centraal stelt. ‘Hierin is het wel key dat het ontwikkelteam goed op de hoogte is van het volle potentieel van dit soort software’, aldus Troxler.
Omdenken zal sowieso nodig zijn om alle doelstellingen te behalen. ‘De site van Low-Tech Magazine is alleen maar online als de zon schijnt’, toont hij met een glimlach. Vanuit Hogeschool Rotterdam is het vooral onze taak om awareness te creëren door ermee aan de slag te gaan in de praktijk en in het onderwijs. Vanuit de zaal vult lector Anja Overdiek aan: ‘De kracht van praktijkgericht onderzoek is dat je letterlijk laat zien wat de impact is. De theorie wordt nog niet goed gelezen, mede omdat de mensen van de datacenters zelf verkondigden dat ze groen zijn.’
‘De site van Low-Tech Magazine is alleen maar online als de zon schijnt’
Links: René van der Veer, co-founder Bioto. Rechts: Anja Overdiek, lector Cybersocial Design kenniscentrum Creating 010. Foto: Aad Hoogendoorn.
Foto: Aad Hoogendoorn.
Living labs: een onderzoeksomgeving van wederkerigheid
Anja Overdiek, lector Cybersocial Design bij Creating 010, benadrukt in het panelgesprek erna dat een ‘living lab’, een real life samenwerking in een wijk voor en met bewoners, een contextrijke leeromgeving is die Rotterdammers actief betrekt bij onderzoek. ‘Die wederkerigheid van kennisdelen maakt praktijkgericht onderzoek zoveel krachtiger dan citizen science waar voornamelijk alleen data uit een wijk wordt verzameld. Living labs werken twee kanten op. En ze zijn vaak onderdeel van een meerjarenplan. Een niet te onderschatten element om bewoners beter te betrekken. Je bouwt door de jaren heen een relatie op met de wijk.’
René van der Veer, de co-founder van Bioto, beaamt dit. Samen met Anja werkt hij mee aan het meerjarenproject Wijk als biotoop. Zijn bedrijf Bioto ontwikkelt technologie om bewoners op een laagdrempelige manier te activeren bij het vergroten van de biodiversiteit in hun eigen wijk. Samen met onderzoekers en studenten van Hogeschool Rotterdam onderzoekt hij in co-creatiesessies met bewoners uit de Oud-Mathenessewijk in Rotterdam hoe je mensen enthousiast kunt maken én behouden. Bijvoorbeeld door het ontwikkelen van perfecte tuinrecepten; slimme plantencombinaties in hun eigen tuinen om zo de biodiversiteit op een eenvoudige manier te vergroten. Overdiek: ‘Je moet veel mensen bewoners praten. Het is geen gemakkelijke opgave, dus ik ben het eens met de openingswoorden van Sarah Wilton-Wels: We hebben nog wat te doen.’